Reportage Flemish Spurs: “Ardiles en Villa, ik was meteen verkocht”
Foto: © SC
Al in 1980 geraakte Luc Baert geboeid door Tottenham Hotspur. Een paar jaar later trok hij voor het eerst naar White Hart Lane en in 1995 richtte hij een supportersclub op. Die telt vandaag om en bij de 200 leden. Een verhaal waar de passie van afdruipt.
Tottenham klopte zaterdag Bolton en komt door het verlies van Chelsea tegen Liverpool gedeeld op de vierde plaats in de Engelse Premier League. Daar finishten de Spurs ook al vorig seizoen. Het is dus niet overdreven om te zeggen dat ze bij Tottenham hoogdagen beleven. Wie ook in zijn nopjes is, is de 49-jarige Luc Baert. Hij is al goed dertig jaar een fervente aanhanger van de Lilywhites.
The early beginning
“Anno 1980 maakten Osvaldo Ardiles en Ricardo Ricky Villa het mooie weer op White Hart Lane”, vertelt Baert exclusief aan Voetbalkrant.com. “De twee Argentijnse internationals waren twee jaar voordien in eigen land wereldkampioen geworden. De Zuid-Amerikaanse flair waarmee ze voetbalden klikte meteen met het voetbal op het West-Europese eiland. Ardiles en Villa waren de smaakmakers, maar Tottenham had in die periode ook heel wat Engels talent lopen. Die mix sloeg echt aan. Ik was meteen verkocht.”
De liefde groeide jaar na jaar. “”In ’81 speelde Tottenham de finale van de FA Cup, die we toen op tv bekeken. In de replay zorgde Villa voor de winning goal. Een jaar later wonnen de Spurs voor 90.000 toeschouwers opnieuw de FA Cup. 1984 kent iedereen natuurlijk als het jaar waarin Anderlecht de UEFA Cup-finale speelde en in de tweede wedstrijd met de penalty’s verloor van Tottenham. En in 1986 tekende Nico Claesen voor Tottenham”, verklaart Baert hoe zijn liefde bloeide voor de withemden.
“Dat jaar ben ik ook een eerste keer gaan kijken naar een wedstrijd over het Kanaal. Geloof het of niet, maar dat was niet naar de Spurs. Die moesten dat weekend uit spelen en dus ging ik naar QPR tegen Liverpool, waar de grote Ian Rush voetbalde. Ik leerde er iemand kennen die ook wel eens naar Tottenham ging en een maand later hebben we afgesproken op White Hart Lane. Dat was voor een match tegen Charlton, als ik me goed herinner.”
“Mijn eerste wedstrijd in Engeland was niet van de Spurs. Die moesten dat weekend uit spelen en dus ging ik naar QPR-Liverpool, waar de grote Ian Rush speelde.”
“Vanaf begin jaren ’90 zakte ik zo om de zes weken met vrienden af naar Londen. Ik ging destijds ook vaak kijken naar Lokeren (Baert woont in het nabijgelegen Zaffelare, red.) en de verhalen over mijn uitstappen lokten veel nieuwsgierigen. Ik kreeg veel vraag van mensen om eens mee te gaan. Twee jaar later begon ik echter een huis te bouwen waardoor ik een jaar lang niet naar Engeland ben geweest. In die periode vroegen bijzonder veel mensen wanneer ik nog eens ging en of ze dan mee konden.”
“Als het jaar voorbij was en mijn huis er stond, ben ik papiertjes gaan uitdelen in het stadion van Lokeren. Twee weken later had ik al 150 inschrijvingen. Gelukkig geraakte ik in die tijd nog makkelijk aan tickets. Tottenham deed het toen niet zo denderend goed, vandaar. Omdat de vraag groot was, heb ik op het einde van dat seizoen een brief gestuurd naar alle mensen die zich hadden ingeschreven voor een uitstap naar Londen. Ik vroeg daarin of ze interesse hadden in een supportersclub. En of! Ik kreeg erg veel respons. Zo heb ik in 1995 zelf de Flemish Spurs opgericht.”
“Het mooie is dat fans van bijna alle Belgische eersteklassers mee naar Tottenham gaan. Eén regel: ik wil niet dat ze over het Belgisch voetbal praten.”
“Bij één van de eerste trips is een krantenjournalist mee geweest. Hij schreef een artikel over de onze fanclub en zo hebben we over heel België bekendheid verworven. Onze groep bestond al snel uit 170 leden en op een bepaald moment waren er zelfs 204. Nu schommelt dat rond de 180. Maar zo zijn we dus in ijltempo gegroeid. Het mooie is dat supporters van bijna alle Belgische eersteklassers, van Eupen tot Brugge, mee naar Tottenham gaan. Eén regel: ik wil niet dat ze over het Belgisch voetbal praten, want dan komt er ambras van. Op onze trips is iedereen fan van Tottenham.”
Een andere maatregel om miserie te voorkomen is de beperking op alcohol. “Bij ons brengt alleen de chauffeur bier mee”, zegt Baert vastberaden. “In Engeland zijn ze heel streng op het gebruik van alcohol. Het is er zelfs verboden om te vervoeren met een bus. Een paar weken terug hadden we nog iemand die het stadion niet binnen mocht. Hij was niet zat, maar ze hadden geroken dat hij gedronken had. Dan heb je het aan je rekker.”
“Jonathan Blondel wilde niet uitgeleend worden en je ziet wat er gebeurd is. Hij is blijven stilstaan in zijn ontwikkeling en moeten opkrassen.”
“Een andere keer werd heel de bus omgekeerd. Alle 27 bakken bier werden aangeslagen. Geen probleem voor ons, het waren die van de chauffeur. Maar die was wel zijn voorraad voor ’s anderendaags ook kwijt. We hebben er geen probleem mee dat je drinkt als je er niemand mee lastig valt. Maar meestal komen wij vier uur voor de wedstrijd toe in Londen en als je dan al een hele weg hebt gedronken en nog een paar uur op café gaat, dan is de kans klein dat je de wedstrijd nog zal zien.”
Geen kampioen
“Kampioen zullen we niet worden, maar ik heb er goeie hoop op om straks weer bij de vier eerste te eindigen”, vertelt Baert. “Tottenham probeert altijd veel te investeren om Engelse spelers op te leiden. Dat werpt ook nu zijn vruchten af. Je hebt Gareth Bale, pas 21 jaar en nu al veruit de populairste speler bij de fans. Aaron Lennon is al aan zijn zesde seizoen toe, maar ook nog steeds maar 23. En Tom Huddlestone (24) is ook erg belangrijk. Van der Vaart is met zijn 27 lentes al bij de geroutineerden.”
Het succes van die jongerenpolitiek is volgens Baert niet ver te zoeken. “Elk jaar worden heel veel jonge spelers uitgeleend aan tweedeklassers en je ziet dat ze daarna heel sterk terugkomen. Jonathan Blondel, die tussen 2002 en 2004 onder contract stond, wilde dat niet en je ziet wat er gebeurd is. Hij is blijven stilstaan in zijn ontwikkeling en moeten opkrassen. Het is zijn eigen schuld: als je naar een ander land gaat, moet je je aanpassen.”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief